presentatie als schrijver-troubadour

In deze video presenteert Thijs Hanrath zich als schrijver/troubadour

Ik heb even vakantie gehad en me bezonnen op mezelf als kunstenaar. Zo ben ik tot deze presentatievideo gekomen. Een eerste deel van een serie. Ik heb er weer eens vierkant formaat van gemaakt. Het filmpje geeft een indruk van wie ik als troubadour/schrijver ben, van mijn werkproces en creativiteit. Ik werk graag associatief en met fragmenten om tot min of meer een verhaal portret of voorstelling te komen. Een volgend filmpje in deze serie, gaat over mijn produkten en diensten. Maar daar moet ik nog wel even over denken… 😉 Maar dit filmpje is er alvast, met heel veel dank ook aan Diederik Mook, die 28 september 2021 met mij meetrok door Utrecht en voor veel beelden en ideeën zorgde.

Labyrint lopend

Thijs Hanrath, tijdens een optreden in Huizen 25-09-2021, waar hij o.a. het gedicht Labyrint lopend voordroeg.
Foto: Folkert Buiter


25 September een leuk open podium gehad in de bibliotheek in Huizen en gezellig na gekletst. Ik heb er o.a. onderstaand gedicht voorgedragen. Het gaat over labyrint-lopen. Een labyrint staat kort gezegd voor je levensweg. Je kunt er niet in verdwalen, je loop in tegenstelling tot een doolhof gewoon van de buitenkant naar binnen en weer terug. Je kunt een vraag stellen als je begint en dan geconcentreerd naar het midden bewegen. Je krijgt op een gegeven moment een antwoord, soms moet je daar even op wachten in het midden en daar loop je dan weer mee terug. Zo’n labyrint lopen is een meditatieve manier om antwoord te krijgen op levensvragen of bijvoorbeeld een gedicht te maken. Het werkt meestal wat beter, dan voor je lege scherm op gang te komen. Ik had een kladversie liggen van dit gedicht als pantoum, maar dit optreden zorgde voor deze versie ervan.


labyrint lopend

halverwege het kunstlabyrint aan de Waal
trekt een groot containervrachtschip voorbij
ik zie allerlei zaken van mij
ik zwaai ze uit ze zijn verkocht
ik ben er niet meer aan verknocht

halverwege het kunstlabyrint aan de Waal
zeg ik vaarwel tegen zinloze gedachten
staat mij eindelijk wat nieuws te wachten
terwijl ik me zeer bewust beweeg
ben ik helemaal open bijna leeg

halverwege het kunstlabyrint aan de Waal
zegt een stem mij hou steeds vertrouwen
en blijf zo levend teksten bouwen
uiteindelijk kom je bij wie je bent
die je eigenlijk al heel lang kent

in het kunstlabyrint aan de Waal
kom ik uiteindelijk mezelf tegen
ben ik mijn hemelpaard afgestegen
sta ik met beide benen op vaste grond
praat ik eindelijk uit eigen mond

Opnieuw beginnen; waarom ik schrijf.

Een verhaaltje over mijn verblijf in abdij Rolduc

abdij Rolduc hotel

Natuurlijk neem ik reacties op mijn schrijven serieus, maar ik ben inmiddels ook zover dat ik niet meer weg waai met elk opkomend windje. Ik hou mijn eigen focus. Ik schenk me nog een koffie in. Schrijven is voor mij geen roeping, geen stress, geen moeten, ik vind het over het algemeen zinvol. Ik hou ervan om creatief te zijn en mezelf te kunnen uiten. Ik wil delen, helen en samen zijn. Dienstbaar. Bewust zijn en steeds weer onderweg. Ik hou van kijken, observeren, deelnemen en vastleggen.
Er gonst gelach en gezellig geklets van het terras op de binnenplaats mijn hotelkamer binnen. Ik ga me scheren, aankleden en er tussen zitten.
Maar eenmaal beneden, is de grote groep weg. De zachte ochtendzon verwarmt mijn bovenrug. Waterfonteintjesgedruppel laat de stilte horen.
Ik hou van dit instant schrijven op locatie. Het ontspant. Ik laat mijn impressies stromen en maak er leesbare tekst van. De espresso voor mijn neus dampt. Ik peuter een mini-boterkoekje uit zijn verpakking.

Voor me, het beeldje ‘Sjefke, de Rolduciën’. Dat moet de herinnering levend houden aan de vele priesterstudenten, die hier zijn opgeleid. Een bedeesd stuk steen met een korte broek die net onder de knieën als een zakje hangt. Hoe heet zo’n broek ook al weer? O ja, een knickerbocker. Sjefke draagt twee boeken onder zijn arm. Hij lijkt zo toch het meest op een verdwaalde mohikaan uit een oud religieus museum. Steeds meer mensen druppelen binnen. Het geroezemoes zwelt aan. Naast me roddelt een meisje over haar katholieke moeder.

Ik ben weer onderweg naar Utrecht. Vanaf station Roermond rij ik op mijn minifietsje nog even langs het graf van mijn ouders. Daar liggen ze nu, in de dood verenigd, ik kijk naar de in elkaar geschoven ringetjes tussen hun namen. Ik bedank ze voor alles, maar mijn lichaam wordt zwaar. Waarom waren jullie zo afwezig, als het ging om te zien wie ik was? Laat me iets aardigs weten, roep ik ineens innerlijk. Het bloemvormig vetplantje, dat ik zojuist op het graf zette, vangt mijn aandacht. ‘Bloei open, je mag er zijn,’ klinkt het in mij. Ik verstil en raak emotioneel. Mijn ouders zijn zo anders nu, en toch zo volledig herkenbaar.
Moe, berustend, maar ook jong en met een enorme drang om opnieuw te beginnen, vertrek ik weer richting station.

Contactwandelen op de Ginkelse hei

een wandelsonnet

wandelen op de Ginkelse hei

[de eerste dag van mijn nieuwe boek]
een wandelsonnet

ik navigeer bewuster in een groep
vertrek van wie me tegenstaan, de ogen
van wie de toon of voice me heeft bedrogen
tevoren ging dat niet zo floep floep floep

‘altijd happy positief, daar hou ik niet zo van!’
’t ontglipte me met humor, hard, voor iedereen te horen
geen mens die met mij matchen wil, mij zalig wil bekoren
terwijl de heide bloeit, zie ik er uit als crisisman

okay er komen nieuwe kansen
maar Ginkel geeft me nu vast lucht
ik vind! en staak mijn wild gezoek

bedeesd gaan scheutjes taalgras dansen
in mijn schoot ontstaat een vrucht
er kiemt een basis van dit boek

De ingang

de zoektocht van een gedicht is flow

ingang van de bibliotheek 'de tweede verdieping' in Nieuwegein
ingang van de bibliotheek ‘de tweede verdieping’ in Nieuwegein
plaats van de workshop zes weken lang


de zoektocht van een gedicht is flow
het einde van alle pelgrimstochten
wat heb ik veel tijd verspild
aan pad, doel
fundering en richting

de zoektocht van een gedicht is flow
het einde van alle pelgrimstocht

een goed begin van mijn schrijfvakantieboek
de workshop: ‘spice up that poetry’
van Ingmar Heytze
de zoektocht van een gedicht is flow

okay, daarna volgt nog redactie, gepuzzel
ambachtelijk gedoe
maar branding bron en geruis
het aanspoelen van een gedicht is de flow

Je hoeft je niet aan een gekozen vertellersperspectief te houden

Ik toon aan aan de hand van het begin van Roos van Vlees van Jan Wolkers dat je je niet aan een gekozen vertellersperspectief hoeft te houden

Je hoeft je niet aan een vertellersperspectief te houden. Als je maar bewust bent van wat je doet en je lezers het kunnen volgen. Dit toon ik hierbij aan aan de hand van het begin (na een aantal zinnen) van Roos van Vlees van Jan Wolkers. Hier heb ik voor de duidelijkheid witregels in aangebracht. Het is niet altijd duidelijk wie aan het woord is, maar het is wel duidelijk wat er verteld wordt! Daar gaat het mij om. Het gaat om ‘ongemerkte’ overgangen in vertellersperspectief.

Tot het donkere kattelichaam zich achter hem van de dekens losmaakt en de poes op zijn schoot komt zitten. Dan wordt de duisternis ineens ruimtelijk en gaat hij voorwerpen onderscheiden: de tafel, de stoelen, de bladeren van de ficus.
(alwetende auctoriale verteller)

Als ik nu verstandig was, zette ik Samuel op de grond, draaide de verwarming open en ging mijn oefeningen doen. Dan zou ik ermee klaar zijn als het licht begint te worden. Dan had ik een lange weg voor me om te werken. Hij neemt de poes in zijn armen en drukt haar tegen zich aan.
(monoloog interieur, je zou kunnen zeggen er is overgeschakeld naar het ik-perspectief, je kunt ook zeggen de auctoriale verteller is nog aan het woord, want het fragment wordt auctoriaal afgesloten. Je zou enkel die laatste zin auctoriaal kunnen noemen.)

-Je hebt goed geslapen en je bent gezond, want je hebt een droge neus. Maar als ik zo met je blijf zitten vrijen, wordt je neus nat en valt er een druppel op mijn hand. (monoloog interieur)

De kat begint te spinnen terwijl ze kopjes tegen zijn kin geeft.
(auctoriaal)

Het enige levende wezen, dat nog van mij houdt, denkt hij

Hij glimlacht en schud zijn hoofd

En mijn twee kinderen dan? En Sonja? Zij misschien ook wel. (dit is eventueel meer personaal, vanuit de hij verteld, dat gaat dan weer over in monoloog interieur: ) Wat weet ik er van? We kijken elkaar nooit meer aan et cetera.

Mijn advies, doe wat je wil wat vertellersperspectief betreft, maar ben je bewust van wat je doet en van het feit of het duidelijk en aantrekkelijk overkomt bij je lezers. Schakel zoveel je wilt.

Ik ga in mijn eigen boek ook schakelen met perspectieven. Ik wil profiteren van het feit dat je in een alwetend perspectief met ieder personage mee kunt schrijven en ook ‘objetieve’ beschrijvingen kunt geven, in en uit kunt zoomen. Maar ik wil ook profiteren van de directheid en de levendigheid van het ik-perspectief.

Reis Licht

Volgens de Nederlandse filosoof Ruud Welten, word je van reizen geen beter of interessanter mens. Volgens Seneca is reizen vooral een vlucht voor jezelf. Wat ik met die opvattingen moet? Geen idee.

Toen ik van mijn zilvervloot zo’n drie maanden naar de kibboets ging, ontdekte ik dat veel joden die zich gevoelsmatig jood voelden, atheïst waren. Ik leerde over het Israëlisch-Palestijnse conflict en over allerlei nationaliteiten. Zo deed ik ervaring op uit de eerste hand. Ik voel me meer verwant aan de opvatting van Ludwig Witgenstein: Reis licht en ben vrij van overbodige ballast.

Voor reizen hoef je ook niet ver weg. Het kan in je hoofd of bij het lezen van een boek

Hoe verder?

twee gedichten die mij inspireerden

Een tweeluik gedichten, ‘oversteek’ van Dorien de Wit en ‘Hoe je verder moet’ van Remco Ekkers, met dank aan Wouter van Heiningen.
Zij inspireerden mij om weer verder te gaan met schrijven aan mijn boek

oversteek

je staat op de rand van de stoep
alsof je op de rand van een klif staat

je weet niet of overgave
een beweging naar voren of achteren is

je draagt een koffer in je hand
maar eigenlijk houd jij je daaraan vast
terwijl je wiebelt op je benen

niet als twijfel maar een teken
van de ander die in je zit

iemand die in je lichaam beweegt
iemand die een reserveleven maakt
voor als het eerste mislukt


Hoe je verder moet

Stap opgewekt voort
al weet je niet zeker
waar naar toe. Vooruit

over het glimmende asfalt
tussen de kale bomen
hoofd scheef, wuivend
naar het huis dat al in de mist
is verdwenen en straks vergeten.

Je zet een voet vooruit
en dan een andere.
Je kijkt niet naar de spiegeling
in de plassen, het beeld
van de takken waar je
tussen hangt, pats!
in het water.

Zo kom je verder
weg van wat is geweest.

Mijn boek en ‘Middernachtbibliotheek’

Kleine vergelijking van mijn boek dat ik aan het schrijven ben met dat van Matt Haig: ‘Middernachtbibliotheek’

Middernachtbibliotheek

Mijn boek en de Middernachtbibliotheek

Schrijfcoach Kelly Meulenberg had mij een boek aangeraden: Middernachtbibliotheek van Matt Haig . Wat mij betreft een geweldig boek!

Het is een boek over de zin van het leven. Daar schrijf ik ook over. Thema’s in Middernachtbibliotheek zijn zelfacceptatie, zelfmoord, de wil om te leven, eigenlijk gewoon leven met alles erop en eraan. Keuzes maken en niet blijven hangen in spijt over allerlei fout genomen afslagen. Hoe ben je iemand in het leven en hoe kun je ‘gelukkig’ zijn.

Mijn eigen boekthema’s in het boek dat ik aan het schrijven ben, zijn: mens zijn onder mensen, neerdalen in jezelf, zelf ook onderdeel uitmaken van het bestaan en niet alleen maar op zoek zijn naar het wezen van de mens. Hoe gaat dat lukken?

Middernachtbibliotheek is Nora’s verhaal, je voelt, beleeft en groeit met haar mee. Mijn eigen boek is mijn verhaal, in de vorm van een autobiografische roman. Ik schrijf net zo realistisch en filosofisch als Matt Haig , helaas nog niet zo beeldend, boeiend en goed gestructureerd opgeschreven. Ik moet mijn hoofdpersonage nog veel meer body en karakter geven. Wat dat betreft voel ik mij wel verwant met de aan zichzelf twijfelende Nora. Verder moet ik in mijn boek de groei van het personage beter vormgeven.

Andere personages zijn in het Middernachtbibliotheek niet echt diep uitgewerkt. In mijn boek is dat ook zo. Hun rol is leidend, spiegelend, aanzettend tot weer verder reizen. Mijn hoofdpersonage zoekt contact met anderen en spiegelt zich aan hun leven c.q. hun idee over het leven. Iets anders dus dan het recept van Middernachtbibliotheek.

Maar uiteindelijk moet mijn hoofdpersonage toch ook zelf een antwoord geven op wat hij met zijn leven aanvangt, net als Nora. Nora pleegt zelfmoord en wordt wakker in een tussengebied tussen dood en leven, de middernachtbiblioteek , die vol staat met boeken over alle mogelijke levens van Nora, als ze op beslissende momenten andere keuzes had gemaakt. Ze mag nu uitvinden hoe die mogelijke levens zouden zijn geweest. Zo weven zich allerlei geschiedenissen van Nora aan elkaar, tot ze zelf tot een conclusie komt. Het boek heeft mij enorm geïnspireerd. Het beste boek, dat ik sinds tijden gelezen heb ook qua schrijfstijl