wandelen is leven




*Wat er ook gebeurt in je leven, wandel door. Ben op aarde om lief te hebben, risico te nemen; vooral ook, te voelen.

Ma 2 oktober: Zelhem-Braamt

bij rustpunt ‘Warm groen’ kroel ik een ezel de klitten uit zijn gezicht; hij geniet er zichtbaar van. Een hinnikende pony
jaagt hem weg. Niets meer aan te doen

*Willekeurige gesprekjes activeren delen van mijn leven uit het ‘Grote Bewustzijn’

Braamt-Millingen: Woe 4 oktober: tot Elten

Ik rust even uit op het bankje. Naast me een net gepensioneerde politie-agent.
Hij heeft heel wat herders en bouviers gehad. Hij kon goed africhten. Maar bij het hondje dat hij van zijn overleden buurman opgevangen had, lukte dat maar te dele. Zij was ook niet ‘gesocialiseerd en dacht dat elke andere hond haar aanviel’ Dat bleek wel toen een vrouw langskwam met twee honden. Wat ging ze tekeer. ‘Ik kan ‘r niet loslaten’ glimlachte hij, ‘ik heb het opgegeven haar nog wat te leren. Ze is ook al twaalf.’
De ex-politieman komt uit een streng gelovig protestant nest. Maar de ‘Tale Kanaäns’ daar is hij wel van genezen.
Hij voelt zich op het moment een ‘opa vertelt’. .
‘Mijn kinderen en kleinkinderen kennen me nog, maar als zij tenslotte dood zijn ben ik ook helemaal dood.’

Op een gegeven moment hebben we het ook over de zin en onzin van een autobiografie of levensverhaal. ‘Uiteindelijk gaat alles voorbii,’ zegt hij. Hij raadt me het boek aan van Anna van Suchtelen: Pionier tussen wetenschap en vrijheidsstrijders. Hij is er net in begonnen. Ik vind het een inspirerende titel.

We nemen afscheid en ik denk volop over de zin van mijn schrijven na.

Het gaat mij wat schrijven betreft om de mens en mijzelf als onderdeel van de gemeenschap. Het gaat niet om diagnoses of verklaringen. Het gaat om leven in overeenkomst met je bestemming, met wie je bent.

De etappe Braamt-Millingen: Do 5 oktober: vanaf Elten is een doorloop en uitwaai etappe in weg en waterland. In gedachten ben ik veel bezig met: Hoe en waarom wandel ik. Hoe geef ik dat vorm. Hoe maak ik onderscheid tussen feit en fictie. Feit en fictie kunnen volgens mij niet los van elkaar bestaan. In louter fictie kan ik in ieder geval niet wonen. Ik verzin die fictie zelf. Daarom ben ik er mee verbonden.
Ik ben pas vrij als ik een plek heb in wat ik doe en wie ik ben: als ik aanwezig ben.
Dat is ook de reden dat fictie bestaat. Het is iets los van mezelf, maar ik creëer het.

Zo kom ik in dit stuk doorloop en uitwaai etappe, wandelend tot inzichten.

Ik ben benieuwd weer naar de volgende etappes. Ik ga gewoon door