Ik vond het zeer inspirerend, de bookclub-ilfu-bijeenkomst vandaag 28-11-2024 in Utrecht. We zaten met zo’n twintig mensen bij elkaar, die bijna allemaal het boek ‘camping’ van Maartje Wortel helemaal hebben gelezen. De interviewer was Nikki Dekker.
Een beetje een college-werkgroep-achtige setting van tafels aan elkaar in de vorm van een rechthoek met stoelen er om heen.
Door alle vragen, ervaringen en antwoorden in het eerste uur zonder Maartje, dring ik zelf steeds dieper in het boek door. Je kunt je opvattingen ook spiegelen zo en verdiepen.
Dan is er het tweede uur Maartje zelf. Heel kort gezegd komt het er op neer dat zij in het boek geen oplossingen biedt, daar is zij niet naar op zoek. Het vragen opwerpen noemt zij haar verantwoordelijkheid. Zij heeft uiteindelijk geen moreel (eind)oordeel. Het boek is samen te vatten in het zinnetje ‘wij zijn er geweest’ in de dubbele betekenis van het woord. Op de camping dus. De omslag laat de lege plekken zien, waar tenten hebben gestaan.
Okay. Ik hou net als zij van absurdisme, en om een locatie (de camping) te nemen als vertrekpunt, bij het schrijven van een boek. Je kunt bijvoorbeeld ook een huis nemen, je weet precies hoe het in elkaar zit, hoeveel verdiepingen et cetera. Er klopt iemand op de deur en komt binnen. Vanaf dat moment is het verhaal begonnen.
Ik hou ook van ‘verhalen’ zonder veel plot en ontwikkeling. Maartje zegt dat ze door die volle verhalen vaak zelf de ruimte niet meer krijgt. Zij schrijft meer associatief. En werpt dus liever vragen op, dan ze te beantwoorden.
Ik zoek zelf soms meer naar het ‘waartoe ben ik op aarde’ en dan ook wel allereerst in de existentialistische zin.
Verder houd zij zich niet aan ‘schrijfregels’ , zij laat zich leiden door wat er in haar speelt en is volgens mij recalcitrant genoeg om het gewoon net even anders te doen en op haar manier. Nou wat dat betreft, voel ik me flink met haar verwant.
Ik heb mijn boek nog laten signeren en zij heeft er wat bij geschreven (zie foto)
Ben vroeg wakker, besluit de eerste trein naar Maastricht te nemen. Bedenk onderweg dat ik beter meteen van station Roermond naar Montfort kan lopen, daar even rondhangen, het graf van mijn ouders bezoeken, dan met bus, trein, bus naar de Pietersberg voor de rondwandeling. Op het eindpunt een foto maken en klaar!
Het pieterpad ging mij niet snel genoeg op het laatst. Het nam mij teveel in beslag. Ik wilde weer ‘verder’. Ik was ook te moe om er nog veel over te schrijven
Op het eindpunt zijn net twee vrouwen aangekomen. Druk bezig met foto’s. Een mobiel op het bankje dat voor het raamwerk staat, zelfontspanner aan en dan bij de laatste tel allebei omhoog springen. Zij willen ook wel even een foto van mij maken. Ik heb het gehaald en afgerond op mijn manier. Het dringt nog nauwelijks tot mij door.
De vrouwen hadden er drie jaar over gedaan. In zo n 13 weekenden. Ze wisten nog niet wat ze er over moesten vinden.
Eigenlijk best wel redelijk weer gehad. Er was behoorlijk wat regen voorspeld. Ben blij dat ik het voor vandaag allemaal zo uitgezocht heb en er nu klaar mee ben. Van Roermond over Melick naar Montfort gelopen. Langs de kapel in het zand, waar een oudoom vroeger pater was, langs mijn oude middelbare school, kortom, de weg die ik vroeger heel veel gefietst heb.
Ik heb een kleine cyclaam en een heideplantje op het graf van mijn ouders gezet. Ze pasten precies in de open plekken in andere bakjes, alsof die er voor klaarstonden. Hierna op weg gegaan naar de Pietersberg. De Limburgse etappes dus zo flink ingekort 😉
Ik heb de ruimte weer.
Het pad ben ik zelf ‘persoonlijk’, mijn ziel. Daar zal mijn schrijven ook over gaan.
‘Persoonlijk zijn’ is nu even een titel, die in me opkomt. Het gaat ook over de vrijheid, die je hebt in een groot geheel.
Ik aanvaard mijn ouders nu, zoals ze geweest zijn. Op hun manier hebben zij hun best gedaan. Ik ben ook niet volmaakt en niet meer met hun verstrengeld. Jammer dat er als kind weinig ruimte is geweest om persoonlijk te zijn. Maar uiteindelijk moet ieder kind het wiel ook zelf uitvinden.
Mijn flow en werkwijze heb ik nu gevonden. Dat is reizen: met trein, bus, boot, te voet, op de fiets en ondertussen schrijven. Onderweg ook lezen, mediteren, gewoon ‘zijn’ en plannen. Bonne fooien en ontmoeten. Heel misschien een enkele keer nog een LAW. De wandelingen waren sowieso goed voor mijn spijsvertering.
Geen Pieterpad meer. Proost! De dag is weer van mezelf. Van mijn eigen bonnefooi 😉 Ik heb er mooie ontmoetingen gehad, lekker kunnen zitten op fijne ‘rustplekken’ (al dan niet met koffie) en leuke ‘gepreksbankjes’ waren er. Die hou ik erin.
Ik ga volgende week nog een etappe dubbel lopen. Met een vrouw, die ik ontmoette in een van de eerste etappes. Die afspraak loopt nog. Het gaat er eentje worden, niet te ver van Amsterdam.
Ik ben met de trein onderweg naar Vierlingsbeek en wil de etappe downloaden van de Pieterpadsite. Maar onbereikbaar. Zo kom ik op het idee om de etappe dan maar via Google Maps te doen, alleen het boekje vind ik niet genoeg. Drie opties: allen met delen van het Pieterpad. Ik kies die over Smakt en Meerlo, 16 km (i.p.v 24). Een lekker kort en makkelijk dagje! denk ik. In Smakt neem ik in het gelijknamig verzorgingstehuis een eerste koffiepauze, zittend in een heerlijke fauteuil. Een dubbele espresso. Alles is nog dicht, maar hier niet. Het personeel gaat gewoon zijn gang. Enkele tafeltjes verder komt een ‘boekenverslindster’ zitten om een oud boek uit te lezen, dat haar aangereikt wordt.
Ik kom op het idee, dat als het zo lekker gaat als nu, dat ik wel tot Venlo door zou kunnen lopen. Net als bij een langer verhaal vergt dat wel een andere spanningsboog. Daar ga ik me op voorbereiden. In Meerlo aan de Hoofdstraat in een cafeetje, mijn voeten even uit de schoenen. Ik besluit na Swolgen nog tot Venlo te gaan. Dan zou ik zelfs 5 etappes in 4 dagen gedaan hebben.
Het weer is prachtig zonnig geworden. De weg (o.a Meerlose weg) is soms wel wat saai, maar zeer stil en weinig verkeer. Er zijn ook stukken op fietspaden door bossen. Ik kom langs megavelden grote bloeiende ‘Afrikaantjes’ en ik vraag me af waarom ze die kweken op die schaal.
Een man en meisje op de tandem passeren. Het meisje neuriet vrij nadrukkelijk, hard krakende geluiden, die niet direct aangenaam zijn voor mijn oren. Ze gaat er volledig in op. Misschien is ze blind. Het is me ook niet duidelijk of ze er plezier in heeft. De man is misschien haar vader, of een hulpverlener uit een instelling. Hij geniet er zichtbaar van. Zoals gezegd heerlijk weer. Later kom ik ze nog eens tegen. De tonen van het meisje zijn exact hetzelfde, het is haar motor denk ik nu.
In Grubbenvorst bij Jan Linders wat inkopen gedaan. Ook een biertje voor thuis. Op een bankje wat gegeten. De laatste kilometers worden steeds zwaarder. Mijn voeten doen soms pijn. Ik word wat kortademiger. Als ik via het veer Velden bereik, zie ik daar op de rijksweg iemand bij een bushalte staan. In de verte zie ik de bus. Ik steek over en stap in. Het kan niet beter. Ik heb het gehaald, denk ik. Okay, 5,5 kilometer met de bus.
Op de een of andere manier ben ik er klaar mee, met het Pieterpad, al vanaf zaterdag 7 oktober ben ik al zo aan het lopen. Ik wil het afmaken, maar ik heb er wel genoeg van. Voor mij geen ‘voorgekauwde’ lange afstandswandelingen meer. Ik wil meer wandelen als ik er een dag zin in heb en mijn eigen projecten ondernemen. Ik wil vaker een terrasje, café of bibliotheek op zijn tijd, waar ik dan lekker lang zitten kan, als ik wil, zonder dan weer in de middle of nowhere door te ‘moeten’ gaan of zo… et cetera.
Het Pieterpad heeft mij wel veel gebracht. Ik had het even nodig om o.a. de overgang naar mijn pensioen ‘in banen te leiden’. En heel ver weg is het een afsluiting van een pelgrimstocht naar Santiago, die ik lang geleden gelopen heb. Wandelen, reizen en schrijven, daar ben ik wel van gaan houden. Dat blijf ik doen. Af en toe een etappe van een of andere route: ook okay.
Vandaag (11-10) heb ik even een rustdag, om ook wat adminstratieve zaken af te wikkelen en dan nog 5 etappes 😉
Ik ben aan het plannen voor morgen. Ik wil niet meer teveel wandelen en wil het afronden. Ik ga morgen met de trein naar Venlo. Daar ergens wat drinken, dan met Arriva naar Swalmen, daar wil ik wat rondkijken. Ik ben er nog nooit geweest, terwijl ik toch uit Montfort kom en in Roermond op de middelbare school heb gezeten.
Daarna wil ik met de trein naar Roermond en wandel ik over St Odilliënberg Montfortwaarts. Daar wil ik het graf van mijn ouders bezoeken en nog wat rond wandelen. De bus terug en vanuit Roermond de trein weer terug naar Utrecht. Dan moet ik van de laatste drie etappes nog wat maken. Dat zie ik morgen dan wel weer. Het gaat morgen wel behoorlijk regenen, zie ik. Ik zie het allemaal wel. Dit is in ieder geval het plan.
*Wat er ook gebeurt in je leven, wandel door. Ben op aarde om lief te hebben, risico te nemen; vooral ook, te voelen.
Ma 2 oktober: Zelhem-Braamt
bij rustpunt ‘Warm groen’ kroel ik een ezel de klitten uit zijn gezicht; hij geniet er zichtbaar van. Een hinnikende pony jaagt hem weg. Niets meer aan te doen
*Willekeurige gesprekjes activeren delen van mijn leven uit het ‘Grote Bewustzijn’
Braamt-Millingen: Woe 4 oktober: tot Elten
Ik rust even uit op het bankje. Naast me een net gepensioneerde politie-agent. Hij heeft heel wat herders en bouviers gehad. Hij kon goed africhten. Maar bij het hondje dat hij van zijn overleden buurman opgevangen had, lukte dat maar te dele. Zij was ook niet ‘gesocialiseerd en dacht dat elke andere hond haar aanviel’ Dat bleek wel toen een vrouw langskwam met twee honden. Wat ging ze tekeer. ‘Ik kan ‘r niet loslaten’ glimlachte hij, ‘ik heb het opgegeven haar nog wat te leren. Ze is ook al twaalf.’ De ex-politieman komt uit een streng gelovig protestant nest. Maar de ‘Tale Kanaäns’ daar is hij wel van genezen. Hij voelt zich op het moment een ‘opa vertelt’. . ‘Mijn kinderen en kleinkinderen kennen me nog, maar als zij tenslotte dood zijn ben ik ook helemaal dood.’
Op een gegeven moment hebben we het ook over de zin en onzin van een autobiografie of levensverhaal. ‘Uiteindelijk gaat alles voorbii,’ zegt hij. Hij raadt me het boek aan van Anna van Suchtelen: Pionier tussen wetenschap en vrijheidsstrijders. Hij is er net in begonnen. Ik vind het een inspirerende titel.
We nemen afscheid en ik denk volop over de zin van mijn schrijven na.
Het gaat mij wat schrijven betreft om de mens en mijzelf als onderdeel van de gemeenschap. Het gaat niet om diagnoses of verklaringen. Het gaat om leven in overeenkomst met je bestemming, met wie je bent.
De etappe Braamt-Millingen: Do 5 oktober: vanaf Elten is een doorloop en uitwaai etappe in weg en waterland. In gedachten ben ik veel bezig met: Hoe en waarom wandel ik. Hoe geef ik dat vorm. Hoe maak ik onderscheid tussen feit en fictie. Feit en fictie kunnen volgens mij niet los van elkaar bestaan. In louter fictie kan ik in ieder geval niet wonen. Ik verzin die fictie zelf. Daarom ben ik er mee verbonden. Ik ben pas vrij als ik een plek heb in wat ik doe en wie ik ben: als ik aanwezig ben. Dat is ook de reden dat fictie bestaat. Het is iets los van mezelf, maar ik creëer het.
Zo kom ik in dit stuk doorloop en uitwaai etappe, wandelend tot inzichten.
Ik ben benieuwd weer naar de volgende etappes. Ik ga gewoon door
In Utrecht vertrek ik in stromende regen naar het het station. Van Nijverdal wandel ik naar Hellendoorn. Er blijken geen bussen op zondag. Ik kom terecht op bospaden paardensport, hardlopers, moutainbikers en veel wandelaars. Gezellig veel activiteit en toch niet te druk. Ik geniet ervan.
Zo nu en dan rust ik een half uur op een bankje vanwege een pijnlijke spier in de holte van mijn rechterknie. Zo zittend zie ik een jong gezin aankomen. Een vader met een kind aan een lange stok en een hond aan de lijn, een moeder met een baby tegen haar borst, en ook een kind aan een stok. Naar alle kanten waggelend komen ze aan. Een hele onderneming, denk ik. Ze komen naar mijn bankje, de kinderen moeten even zitten en krijgen een droge pannenkoek. Het meisje laat stukjes op de grond vallen, op de bank en op haar schoot. Ze probeert er wel iets aan te doen, maar het stuk deeg blijft flink uit elkaar vallen. ‘Oh’, zeg ik zo nu en dan. [daar gaat er weer een stuk]. Ik geniet van haar bezigheid macht te krijgen over haar coördinatie. Mijn ogen lachen richting ouders. ‘Het lukt nog niet helemaal’. Het jongetje laat zijn drinkflesje vallen. ‘Vies’. Zijn vader raapt het op en maakt het om het drinktuitje weer schoon. Waarom ik hier zit vraagt het meisje. ‘Ik rust even, heb een beetje pijn, achter deze knie.’ Het meisje staat op en raakt met haar vinger mijn knieholte aan. ‘Zit de pijn hier?’ ‘Ja daar zit de pijn.’ Dan gaat ze weer zitten. De ouders kijken verbaasd en geamuseerd toe. Ik amuseer me ook.
Op de een of andere manier heb ik als kind in een stramien geleefd, voor zover ik mij herinner. Als ik kinderen zou hebben wilde ik ze niet zo opvoeden als mijn ouders. Mijn vader was sfinx-achtig, mijn moeder een regelaar. Ik ben lang op zoek geweest naar mijn eigen intuïtie. Wat wil ik nu zelf eigenlijk? Nu ik meer grond onder mijn voeten heb, ben ik inmiddels wat te oud voor kinderen. Maar zo kan ik er toch zo nu en dan van genieten. Vanuit mijn intuïtie, ben ik nu en ontspringt mijn denken als vanzelf.
Mijn knie voelt wel weer zo, dat ik er weer even tegen kan. Ik stap iets eerder op, dan kunnen de ouders zelf ook nog even zitten. We wensen elkaar nog een fijne dag.
De laatste 5 kilometers loop ik in cadans in een tempo van 3-4 kilometer per uur. Wonderlijk hoe dat steeds beter lukt doorlopen zo tegen het einde. Mijn overbelaste kniespier luistert dan. Eigenlijk ben ik te moe, maar mijn lichaam is toch ontspannen genoeg om verder te kunnen gaan. Als een paard op weg naar de haver in zijn stal, krijg ik als het ware vleugels. Ik heb in Holten afgesproken bij een neef en zijn vrouw, heb daar heerlijke koolhydraatarme vegetarische pompoenlasagna gegeten, was daar voor het eerst. Heel leuk om bij te kletsen, ging ook o.a. over zelf denken en leven.
Tot het Sleense Joffersbankje loop ik in een stil bos, de vogels laten van zich horen en slechts soms is er ver in de verte is een motor herkenbaar. Ik voel me opgenomen in een oase van rust alsof ik de enige ben hier. Twee vriendinnen ergens achter mij wanen zich ook zo. Ik ontmoet hen later als de buien goed losgebarsten zijn in de koffieschuur ‘Mooi Drenthe.
Ik zit met vriendinnen die ook schuilen voor het weer er is koffie, er zijn koeken hertog Jan staat er als bier
de koffieschuur ‘Mooi Drenthe’ heeft mijn pad vandaag gered een oase in het nat met een heerlijk schoon toilet
refrein: deze sfeer, deze sfeer die dank ik aan het Pieterpad die dank ik aan het weer
de vriendinnen stappen op ik ga nu schrijven aan dit lied want de hemel is nog steeds een groot waterend vergiet
dus blijf ik liever zitten met een schrijfstift en papier nog wat koffie, inspiratie en mijn pen raakt aan de zwier
elke dag is Pieter anders en afhank’lijk van het weer wandel verder, wandel hevig wandel minder, wandel meer
refrein: deze sfeer, deze sfeer die dank ik aan het Pieterpad die dank ik aan het weer
Daarna loop ik verder in de regen langs het water tot aan café Boerhoorn. Schuilplek nummer 2. Dit is geen boeren zelfbedieningskoffieschuur maar een dorps eet- en klaverjascafé. Bij de ingang liggen wel 3 grote vol gepende pieterpadboeken met het wel en wee. Zij komen hier dus wel, de pieterpadlopers.
Tot aan het beschermde vogelgebied, waar ik langsloop was het toch wel eentonig. Een verharde weg door weidelandschap. Ik concentreer me op het lopen, dan schiet ‘t lekker op. Ik ben moe, had een slechte nacht, wil in cadans blijven en graag voor het donker de trein hebben. Ik neem wel nog even rust op een tafelbankje bij het voormalige joodse kerkhof.
Over een brugje richting park van Coevorden, komt mij een jongen met regenkleding en rugzak tegemoet. Ik schat hem 16 en groet. Geen pieterpadloper, denk ik, maar wie dan wel? Een stukje verderop als ik inmiddels een slingerbocht gemaakt heb, en hij een stukje teruggelopen, roept hij: ‘Kunt u mij helpen?’ Ik verhef mijn stem: ‘Waarmee?’ ‘Even een foto maken.’ ‘Okay!’ Ik loop naar hem toe. Blijkt hij in die paar minuten tijd een snoek gevangen te hebben. Hij probeert juist het haakje uit zijn bek te halen. Ik zie behoorlijk wat bloed. ‘Ga je ‘m terugzetten?’ Hij knikt. Op de vraag wat hier nu de lol van is, vangen en terugzetten, krijg ik geen antwoord, maar misschien wil hij ermee op de foto en die aan anderen laten zien. Ik geef ‘m een papieren zakdoekje om het slijm en het bloed van zijn handen te halen en dan maakt hij ook even een foto van mij.
Toen hij de snoek met het net in de stroom hield, het vervolgens langzaam onder de vis wegtrok, zwom die rustig weer het water in. Daar was hij blij mee. ‘Zo’n snoek kan niet lang op het droge’, had hij gezegd, toen ie een paar keer uit zijn handen glipte. Hij moest hem op een bepaalde manier vast pakken. ‘Want dit dier heeft enorm scherpe tanden.’
Hoe zou zo’n snoek zo’n traumatische gebeurtenis verwerken? vraag ik me af. Zal hij met even veel trek in een volgend visje bijten? Blijven zijn instincten gewoon hun werk doen? Of gaat hij misschien kunstvisjes en hun plek onderscheiden van echte visjes en hun plek?
De nieuwe schoenen van Timberland, die ik op de uitverkoop bij Perry Sport heb gekocht, lijken toch meer werkschoenen, waar je ook korte wandelingen mee kunt doen. Dat lees ik nu ook in reviews op het net. Na zo’n 10 tot 12 km, beginnen mijn voeten en benen de steun te zoeken, die deze schoenen niet geven en wordt het lopen zeer vermoeiend. Het is maar slap leer. Voorheen had ik Lowa’s, een stuk duurder, maar nu versleten en te klein geworden. Het is voor mij echter ook een hele tijd geleden, lang afstandwandelen en ik word er natuurlijk ook niet jonger op. Ik heb altijd platvoeten gehad en in meer of mindere mate last van vocht en spataders in de benen.
Toen ik bijna thuis was, heb ik ook nog wat stoms gedaan. Op die ronde stenen zitbanken op Vredenburg in Utrecht heb ik geknield om een statiegeld blikje te pakken. Ik had mijn rugzak om, helde iets over en voelde een steek in mijn knie. Ik heb even mijn reikwijdte geforceerd. Dom, dom, dom. Ik merkte pas thuis, dat er wat aan de hand was.
Lopend merk ik weinig, alleen bij bepaalde bewegingen en als ik een tijdje zit en weer opsta. De knie wordt ook wat dikker. Er is sprake van een pijnlijk drukpunt. En er ontstaat uitslag. Het jeukt, de knie wordt rood. Ik denk aan een slijmbeursonsteking.
Sowieso ben ik geradbraakt. Ik heb met tussenpozen de klok rond geslapen en ook in de namiddag de dag erna slaap ik weer urenlang. Conditie opbouwen vergt tijd, zullen we maar zeggen. Ik geef de Timberland-schoenen misschien nog een kans om goed op mij ingespeeld te raken. Ik hou nu eerst een aantal dagen noodgedwongen rust. Zo’n ontsteking kan in een aantal dagen weer wegtrekken. Ik hoop het maar, want ik heb wel weer zin in de volgende etappe naar Hardenberg.
Voor nu lijkt me telkens een dag wandelen ideaal, gevolgd door minimaal twee rustdagen om bij te komen, te reflecteren (ook over het bestaan) en te werken aan een boek. Dit is mijn manier van contact maken met de wereld om me heen! Ik beloof niemand een rozentuin, maar ervaringen uitwisselen doe ik graag. Zo wil ik wandelen, reizen en schrijven en ook ontmoeten.
Inmiddels hou ik mezelf in de hand, dat sluit een mogelijke God niet uit. Maar leven zal ik zelf moeten doen. Dat neemt God niet van mij over. Wilskracht en luisteren naar mijn lichaam sluiten elkaar ook niet uit. Wilskracht heb ik nodig om mijn lichaam soms de baas te zijn en mijn grenzen te verkennen. Maar luisteren is ook een eigenschap van mijn lichaam en mijn lichaam, dat ben ik zelf. 😉
Het is niet anders, ik weet niet zeker of de ontsteking vanwege een foute beweging op dat rondje op Vredenburg is of dat ie er sowieso aan het aankomen was. Hoe dan ook, ik hoop dat het meevalt. Maar ik heb nu wel weer even meer tijd voor andere dingen en dat is ook prima eigenlijk…
Er liggen bij het kerkje in Rolde mensen te slapen. Fietsen en bepakking staan erbij. Later zie ik ook een paar tentjes langs het Pieterpad met mensen op het pad, die met hun ontbijt en koffie bezig zijn. Het dag ontwaakt en is vandaag te typeren als één grote produktieboswandeling. Deze bossen zijn aangelegd door staatsbosbeheer vanaf de jaren 20 vorige eeuw voor houtwinning. Ik loop met frisse ochtenzon en dauw, aanvankelijk vrij rustig en langzaam, heb momenten van verstilling en pluk zo nu en dan wat bramen.
Later loop ik harder, meer in een soort cadans, trek ik me op aan andere mensen. Geen tijd dan voor bramen of foto’s: ik wil opschieten, maar vraag me ook af waar ik mee bezig ben.
Vlak voor Schoonloo ben ik op een bankje gaan zitten en passeren me twee vrouwen die me wel drie keer gepasseerd zijn. Ik stel voor dat zij even op het bankje gaan zitten voor een foto. Op de leuning staat: Pietersberg 406 km ; Pieterburen 86. Dat lijkt hun wel wat. Zo ontstaat er een leuke foto-sessie en maakt een van hun een paar foto’s van mij. Daar ben ik mee bezig denk ik: spontane ingevingen en momenten volgen. Daar doe ik het voor. Daarnaast wil ik vanuit deze wandelingen een boek laten ontstaan. Zie daar mijn leidraad voor onderweg.
Ik heb vandaag meteen mijn nieuwe Timberland schoenen geprobeerd. Ik ben er niet laaiend enthousiast over, maar ze hebben wel redelijk voldaan. Het zijn tenslotte ook maar goedkope schoenen. Ze waren niet ingelopen en ik heb de hele weg ook voor het eerst met steunkousen gelopen, ik heb geen blaren opgelopen. Mijn voeten voelden wel wat vermoeid aan het eind van de dag. Eigenlijk wil ik lichtere schoenen hebben, bijvoorbeeld sportschoenen, die ook wat steun geven. Ik ben nogal wat aan het hannesen met mijn voeten, ik heb platvoeten en nogal eens last van vocht in benen en voeten, maar ook weer niet altijd. Ik heb een van mijn oude schoenen naar de schoenmaker gebracht om te laten repareren om ook een back-up te hebben. Uiteindelijk zal ik moeten lopen met de voeten en het gestel die ik heb. Morgen ga ik met Fred, een kameraad, weer even naar de Emmaus in Haarzuilen. Ik hoop daar ook een vouwfietsje te vinden en zal er ook uitkijken naar schoenen.
Ik dacht eergisteren, toen ik zomaar lukraak even met de trein naar Enkhuizen was gegaan, ik ga het Pieterpad lopen en naar aanleiding daarvan een boek schrijven. Iets als ‘Een Pieterpadtocht naar nieuw/ander leven’ Hoppa. Gaan! Die nacht ook nog ‘gpx viewer’ op mijn mobiel gezet en even uitgezocht hoe dat werkt. Daar ben ik achteraf erg blij mee. Gewoon een totaal eenvoudige gratis app. Heel wat anders dan komoot, daar heb ik slechte ervaringen mee. Met het gpx-bestand van de etappe kan ik precies zien, waar ik ben. De bewegwijzering is niet altijd even duidelijk.
Ik wilde gelijke een begin maken! Met de trein en bus erheen. Half vijf ’s middags begonnen in Pieterburen. Tegen half tien de trein weer terug. De afstand is 12-13 km. Maar alles bij elkaar met het geloop naar stations en het verkeerd lopen zal het zo’n 15 km zijn. Nu erg moe maar voldaan ook wel. Ook fijn dat ik geen bagage hoef te dragen van weken en geen dure overnachtigskosten heb.
Ik doe het een beetje zo: een dag lopen, een dag schrijven. Soms een paar dagen lopen, soms een paar dagen schrijven. Ik zie het ook wel. Ik wil er ook een low-budget tocht van maken. Met de trein heb ik dalvrij reizen voor 55 euro per maand: dat helpt dus al flink! Ik heb met best wel wat mensen gesproken onderweg. Maar veelal was het ook weids en stil. Het begin is gemaakt.
Ik ga komende woensdagavond 26 april de avond voor koningsdag mijn resterende ‘boekjes+cd’ verkopen voor de spotprijs van 2 euro. Ik sta bij het Van Boekhoven-complex aan de Breedstraat in Utrecht. Het gaat om:
‘Als ik iemand ben’ 11 jaar straatmuzikant
Dit boekje met cd geeft een tijds- en staatmuzikantenbeeld van rond het millennium. Vooral door anekdotische verhalen over mijn eigen locale en (inter)nationale optredens overal en nergens. De gedichten en liedjes gaan over bestaan. De pelgrimstekstjes zijn vooral nog zoektocht naar die iemand uit de titel.
Wil iemand het toegezonden krijgen, dan kan dat, dan komen er voor Nederland 5,00 euro verzend- en verpakkingskosten bij, voor België 9,50 euro. Dat kan nu na de koningsdag nog steeds. Het gironummer is: NL 60 INGB 0003 3855 01 t.n.v. M.H.J. Hanrath
Mijn komende boek, gaat vooral over iemand zijn. Iemand, die niet enkel zijn driften volgt, maar onderdeel is van een gemeenschap en als zodanig ook geluk ervaart. Iemand die zijn eigen grenzen kan bewaken. Iemand, die zich niet door angst laat regeren. Die de intentie heeft het ‘goede’ te doen. Dat gaat gevat worden in verhalen, gedichten liedjes en gewoon tekst.
Heb je interesse in het een of ander, hou deze blogs in de gaten