Ben vroeg wakker, besluit de eerste trein naar Maastricht te nemen. Bedenk onderweg dat ik beter meteen van station Roermond naar Montfort kan lopen, daar even rondhangen, het graf van mijn ouders bezoeken, dan met bus, trein, bus naar de Pietersberg voor de rondwandeling. Op het eindpunt een foto maken en klaar!
Het pieterpad ging mij niet snel genoeg op het laatst. Het nam mij teveel in beslag. Ik wilde weer ‘verder’. Ik was ook te moe om er nog veel over te schrijven
Op het eindpunt zijn net twee vrouwen aangekomen. Druk bezig met foto’s. Een mobiel op het bankje dat voor het raamwerk staat, zelfontspanner aan en dan bij de laatste tel allebei omhoog springen. Zij willen ook wel even een foto van mij maken. Ik heb het gehaald en afgerond op mijn manier. Het dringt nog nauwelijks tot mij door.
De vrouwen hadden er drie jaar over gedaan. In zo n 13 weekenden. Ze wisten nog niet wat ze er over moesten vinden.
Eigenlijk best wel redelijk weer gehad. Er was behoorlijk wat regen voorspeld. Ben blij dat ik het voor vandaag allemaal zo uitgezocht heb en er nu klaar mee ben. Van Roermond over Melick naar Montfort gelopen. Langs de kapel in het zand, waar een oudoom vroeger pater was, langs mijn oude middelbare school, kortom, de weg die ik vroeger heel veel gefietst heb.
Ik heb een kleine cyclaam en een heideplantje op het graf van mijn ouders gezet. Ze pasten precies in de open plekken in andere bakjes, alsof die er voor klaarstonden. Hierna op weg gegaan naar de Pietersberg. De Limburgse etappes dus zo flink ingekort 😉
Ik heb de ruimte weer.
Het pad ben ik zelf ‘persoonlijk’, mijn ziel. Daar zal mijn schrijven ook over gaan.
‘Persoonlijk zijn’ is nu even een titel, die in me opkomt. Het gaat ook over de vrijheid, die je hebt in een groot geheel.
Ik aanvaard mijn ouders nu, zoals ze geweest zijn. Op hun manier hebben zij hun best gedaan. Ik ben ook niet volmaakt en niet meer met hun verstrengeld. Jammer dat er als kind weinig ruimte is geweest om persoonlijk te zijn. Maar uiteindelijk moet ieder kind het wiel ook zelf uitvinden.
Mijn flow en werkwijze heb ik nu gevonden. Dat is reizen: met trein, bus, boot, te voet, op de fiets en ondertussen schrijven. Onderweg ook lezen, mediteren, gewoon ‘zijn’ en plannen. Bonne fooien en ontmoeten. Heel misschien een enkele keer nog een LAW. De wandelingen waren sowieso goed voor mijn spijsvertering.
Geen Pieterpad meer. Proost! De dag is weer van mezelf. Van mijn eigen bonnefooi 😉 Ik heb er mooie ontmoetingen gehad, lekker kunnen zitten op fijne ‘rustplekken’ (al dan niet met koffie) en leuke ‘gepreksbankjes’ waren er. Die hou ik erin.
Ik ga volgende week nog een etappe dubbel lopen. Met een vrouw, die ik ontmoette in een van de eerste etappes. Die afspraak loopt nog. Het gaat er eentje worden, niet te ver van Amsterdam.
Ik ben met de trein onderweg naar Vierlingsbeek en wil de etappe downloaden van de Pieterpadsite. Maar onbereikbaar. Zo kom ik op het idee om de etappe dan maar via Google Maps te doen, alleen het boekje vind ik niet genoeg. Drie opties: allen met delen van het Pieterpad. Ik kies die over Smakt en Meerlo, 16 km (i.p.v 24). Een lekker kort en makkelijk dagje! denk ik. In Smakt neem ik in het gelijknamig verzorgingstehuis een eerste koffiepauze, zittend in een heerlijke fauteuil. Een dubbele espresso. Alles is nog dicht, maar hier niet. Het personeel gaat gewoon zijn gang. Enkele tafeltjes verder komt een ‘boekenverslindster’ zitten om een oud boek uit te lezen, dat haar aangereikt wordt.
Ik kom op het idee, dat als het zo lekker gaat als nu, dat ik wel tot Venlo door zou kunnen lopen. Net als bij een langer verhaal vergt dat wel een andere spanningsboog. Daar ga ik me op voorbereiden. In Meerlo aan de Hoofdstraat in een cafeetje, mijn voeten even uit de schoenen. Ik besluit na Swolgen nog tot Venlo te gaan. Dan zou ik zelfs 5 etappes in 4 dagen gedaan hebben.
Het weer is prachtig zonnig geworden. De weg (o.a Meerlose weg) is soms wel wat saai, maar zeer stil en weinig verkeer. Er zijn ook stukken op fietspaden door bossen. Ik kom langs megavelden grote bloeiende ‘Afrikaantjes’ en ik vraag me af waarom ze die kweken op die schaal.
Een man en meisje op de tandem passeren. Het meisje neuriet vrij nadrukkelijk, hard krakende geluiden, die niet direct aangenaam zijn voor mijn oren. Ze gaat er volledig in op. Misschien is ze blind. Het is me ook niet duidelijk of ze er plezier in heeft. De man is misschien haar vader, of een hulpverlener uit een instelling. Hij geniet er zichtbaar van. Zoals gezegd heerlijk weer. Later kom ik ze nog eens tegen. De tonen van het meisje zijn exact hetzelfde, het is haar motor denk ik nu.
In Grubbenvorst bij Jan Linders wat inkopen gedaan. Ook een biertje voor thuis. Op een bankje wat gegeten. De laatste kilometers worden steeds zwaarder. Mijn voeten doen soms pijn. Ik word wat kortademiger. Als ik via het veer Velden bereik, zie ik daar op de rijksweg iemand bij een bushalte staan. In de verte zie ik de bus. Ik steek over en stap in. Het kan niet beter. Ik heb het gehaald, denk ik. Okay, 5,5 kilometer met de bus.
Op de een of andere manier ben ik er klaar mee, met het Pieterpad, al vanaf zaterdag 7 oktober ben ik al zo aan het lopen. Ik wil het afmaken, maar ik heb er wel genoeg van. Voor mij geen ‘voorgekauwde’ lange afstandswandelingen meer. Ik wil meer wandelen als ik er een dag zin in heb en mijn eigen projecten ondernemen. Ik wil vaker een terrasje, café of bibliotheek op zijn tijd, waar ik dan lekker lang zitten kan, als ik wil, zonder dan weer in de middle of nowhere door te ‘moeten’ gaan of zo… et cetera.
Het Pieterpad heeft mij wel veel gebracht. Ik had het even nodig om o.a. de overgang naar mijn pensioen ‘in banen te leiden’. En heel ver weg is het een afsluiting van een pelgrimstocht naar Santiago, die ik lang geleden gelopen heb. Wandelen, reizen en schrijven, daar ben ik wel van gaan houden. Dat blijf ik doen. Af en toe een etappe van een of andere route: ook okay.
Vandaag (11-10) heb ik even een rustdag, om ook wat adminstratieve zaken af te wikkelen en dan nog 5 etappes 😉
Ik ben aan het plannen voor morgen. Ik wil niet meer teveel wandelen en wil het afronden. Ik ga morgen met de trein naar Venlo. Daar ergens wat drinken, dan met Arriva naar Swalmen, daar wil ik wat rondkijken. Ik ben er nog nooit geweest, terwijl ik toch uit Montfort kom en in Roermond op de middelbare school heb gezeten.
Daarna wil ik met de trein naar Roermond en wandel ik over St Odilliënberg Montfortwaarts. Daar wil ik het graf van mijn ouders bezoeken en nog wat rond wandelen. De bus terug en vanuit Roermond de trein weer terug naar Utrecht. Dan moet ik van de laatste drie etappes nog wat maken. Dat zie ik morgen dan wel weer. Het gaat morgen wel behoorlijk regenen, zie ik. Ik zie het allemaal wel. Dit is in ieder geval het plan.
*Wat er ook gebeurt in je leven, wandel door. Ben op aarde om lief te hebben, risico te nemen; vooral ook, te voelen.
Ma 2 oktober: Zelhem-Braamt
bij rustpunt ‘Warm groen’ kroel ik een ezel de klitten uit zijn gezicht; hij geniet er zichtbaar van. Een hinnikende pony jaagt hem weg. Niets meer aan te doen
*Willekeurige gesprekjes activeren delen van mijn leven uit het ‘Grote Bewustzijn’
Braamt-Millingen: Woe 4 oktober: tot Elten
Ik rust even uit op het bankje. Naast me een net gepensioneerde politie-agent. Hij heeft heel wat herders en bouviers gehad. Hij kon goed africhten. Maar bij het hondje dat hij van zijn overleden buurman opgevangen had, lukte dat maar te dele. Zij was ook niet ‘gesocialiseerd en dacht dat elke andere hond haar aanviel’ Dat bleek wel toen een vrouw langskwam met twee honden. Wat ging ze tekeer. ‘Ik kan ‘r niet loslaten’ glimlachte hij, ‘ik heb het opgegeven haar nog wat te leren. Ze is ook al twaalf.’ De ex-politieman komt uit een streng gelovig protestant nest. Maar de ‘Tale Kanaäns’ daar is hij wel van genezen. Hij voelt zich op het moment een ‘opa vertelt’. . ‘Mijn kinderen en kleinkinderen kennen me nog, maar als zij tenslotte dood zijn ben ik ook helemaal dood.’
Op een gegeven moment hebben we het ook over de zin en onzin van een autobiografie of levensverhaal. ‘Uiteindelijk gaat alles voorbii,’ zegt hij. Hij raadt me het boek aan van Anna van Suchtelen: Pionier tussen wetenschap en vrijheidsstrijders. Hij is er net in begonnen. Ik vind het een inspirerende titel.
We nemen afscheid en ik denk volop over de zin van mijn schrijven na.
Het gaat mij wat schrijven betreft om de mens en mijzelf als onderdeel van de gemeenschap. Het gaat niet om diagnoses of verklaringen. Het gaat om leven in overeenkomst met je bestemming, met wie je bent.
De etappe Braamt-Millingen: Do 5 oktober: vanaf Elten is een doorloop en uitwaai etappe in weg en waterland. In gedachten ben ik veel bezig met: Hoe en waarom wandel ik. Hoe geef ik dat vorm. Hoe maak ik onderscheid tussen feit en fictie. Feit en fictie kunnen volgens mij niet los van elkaar bestaan. In louter fictie kan ik in ieder geval niet wonen. Ik verzin die fictie zelf. Daarom ben ik er mee verbonden. Ik ben pas vrij als ik een plek heb in wat ik doe en wie ik ben: als ik aanwezig ben. Dat is ook de reden dat fictie bestaat. Het is iets los van mezelf, maar ik creëer het.
Zo kom ik in dit stuk doorloop en uitwaai etappe, wandelend tot inzichten.
Ik ben benieuwd weer naar de volgende etappes. Ik ga gewoon door
Het is schoolkampendag vandaag 13-9-23. Ik kom opeens in een groep terecht en raak aan de praat met twee meisjes. Het blijken jongens en meisjes van het VMBO, derde klas. Ze zijn op schoolkamp. ‘Ik weet niet welke wandeling wij aan het doen zijn en dan moeten wij vanmiddag ook nog kanoën’, zegt het meisje met de lange blonde haren. Ze trekt er een vies gezicht bij. ‘We hebben er helemaal geen zin in,’ zegt de ander. ‘Het zijn allemaal activiteiten.’ ‘Ik herken het,’ zeg ik. ‘Met welke wandeling bent u bezig?’ vraagt het langharig meisje. ‘Het pieterpad,’ zeg ik, ‘500 kilometer lang.’ ‘En hoelang doet u daar over? een uurtje?’ Ik kijk haar verbaasd en vragend aan. ‘Twee uurtjes dan?’ ‘Over 500 kilometer doen auto’s al langer, zegt de ander tegen haar vriendin.’
‘Het zijn pubers’, zegt een van de begeleiders: ‘ze zeggen het tegenovergestelde van wat ze beleven. Je kunt het nooit goed doen, maar ze vinden het best leuk hoor.’ Hij glimlacht voldaan. ‘Ze zijn nu moe, het is hun laatste dag.’
Later kom ik nog een kamp tegen waarin ze met opgeblazen dikke pakken aan, met elkaar aan het vechten zijn, vervolgens weer een derde klas. Nu van gillende kanomeisjes. Ze zitten aanvankelijk totaal ongeorganiseerd in kano’s, die hotsend en botsend, soms bijna kantelend naar alle kanten gaan. Na een tijdje raken ze beter op elkaar ingespeeld. Het plezier staalt eraf.
Ik was een beetje donker onderweg gegaan, maar ben nu weer lekker in de stemming.
De Lemeler heide is fantastisch, ik heb een stukje rode-pijltjes-route gevolgd en er behoorlijk rondgedoold.
het licht is mooi de stronkjes de kleuren de knoesten hout kunstwerken! de uitgestrektheid mos, dennen, berken een stukje water het dierendrinkgemaal
15-9-23, twee dagen later ga ik de etappe afmaken:
Met de buurtbus Ommen-Lemele de chauffeur, in de zeventig vrijwilliger, vroeger boer.
Maximaal 8 mogen er in maar soms heeft hij er 11. Moet hij dan 3 schoolkinderen eenvoudigweg laten staan? Hij neemt er de volle verantwoordelijkheid voor.
Nu ben ik de enige in de bus hij stopt even om bij te praten met een achterneef die op de fiets voorbij komt
Ik begrijp wat hij bedoelt als hij zegt: ‘het leuke van dit werk is het contact met de mensen’
Trouwens in het begin van de etappe Ommen-Hellendoorn, nog voor Lemele kwam ik een gedenkmonument van Krishnamurti tegen, waar ik vroeger ook wel boeken van las. Eind 2020 schreef ik er het volgende verhaaltje over:
De schijn van heiligheid
Naast de vele hagiografieën over Jiddu Krishnamurti bestaat ook het boek van Radha Rajagopal Sloss. Volgens dat boek was haar moeder 25 jaar lang Jiddu’s geheime liefde. Daarna ontstond er tussen haar vader en de Krishnamurti Foundation een bittere strijd over geld en eigendom van de teksten. Haar vader was een fan van het eerste uur en heeft veertig jaar lang Krishnamurti’s werk geredigeerd en uitgegeven.
Ook Radha was aanvankelijk geïnspireerd door Krishnamurti, waar meer van uitging dan van haar eigen vader, schrijft ze. Zelf behoorlijk ambivalent predikte Krishnamurti het ‘keuzeloos gewaarzijn’. Het boek van Sloss geeft hem een veel menselijkere beeld.
Ik had vergeten de gpx-etappe van de website van het Pieterpad te downloaden, maar met boekje, richtingbordjes en pieterpadwebsite toch het café in Rheeze in een verbouwde molen gevonden. Daar ontdekte ik dat je ook de pieterpadcomputerwebsite kunt kiezen op je mobiel zodat je de gpx-bestanden toch kunt downloaden. Blij mee!
Ik had tijdens het wandelen weer eens het gevoel: waar ben ik eigenlijk mee bezig? Waarom doe ik dit eigenlijk?
Toen ik van het café verder liep, was het op een gegeven moment zo stil en rustig dat de melodie van dat liedje ‘zo heerlijk rustig’ mijn hoofd in kwam en er niet meer uit ging. Het gaf me een fijne cadans. Ik liep in de maat en ging om me heen kijken om een liedtekst in te vullen. Er ontstond iets leuks en ik was lekker bezig.
Dit is het liedje geworden:
Ik loop hier alleen het is stil om me heen zo heerlijk rustig
In de schaduw van bos loop ik soepel en los zo heerlijk rustig
Alsof de wereld altijd is zonder veel verdoemenis
Ik loop hier alleen de natuur om me heen zo heerlijk rustig
Een specht tikt tegen schorsen aan het ritme blijkt mooi door te gaan tikketo tikketa zo heerlijk rustig, ja ja
Een dagpauwenoog klapt zijn vleugels omhoog zo heerlijk rustig
Een paddenstoel lacht met gespikkelde pracht zo heerlijk rustig
Ik loop door veld en weiland heen het steekt soms in mijn rechterbeen de schrikkeldraadheg langs de kant van de weg zo heerlijk rustig
En in de lucht daar drijven nou wat witte wolkjes in het blauw niet te gauw, niet te gauw maar heerlijk rustig ja ja
En heel stil, heel tevree best wel moe maar oké zo heerlijk rustig
Ik loop door langs het spoor beetje saai en rechtdoor zo heerlijk rustig
Ik loop steeds meer in dwangcadans en geef mijn rust niet meer de kans de laatste loodjes zijn zwaar toch ik ben bijna klaar zo heerlijk rustig
Maar thuis verdraai ik prompt mijn knie weg is de pieterpadmagie en ik zucht onvoldaan met mijn schoenen nog aan “wat was dat rustig” ja ja
Inmiddels is het weer twee nachten verder. Het been voelt weer een stuk beter en ik ben van plan morgen een halve etappe te doen. Van Ommen naar Lemele: 11 km. Daarna nog een halve etappe en vervolgens zijn er drie etappes van zo’n 15 km. Dat is een prima afstand voor mij.
Er is nog veel meer te vertellen, maar hier hou ik het maar even bij.
Ik loop momenteel dus het Pieterpad, af en toe dagje lopen, af en toe dagje schrijven. Zoiets. Ik ben een beetje aan het kijken: hoe krijg ik het Pieterpad gedicht/geschreven. Ik pluk de dag. Ik pluk nu elke dag wel bramen onderweg. Hoe pluk ik nu het Pieterpad?
Ik werd geïnspireerd door een gedicht Reeën van Miriam Van Hee. Het kwam uit ‘de bramenpluk: gedichten’. Deze bundel bevat gedichten over reizen, landschappen, dieren, kunst en liefde. Door subtiele observaties en ingehouden taal worden grotere thema’s van het leven aangesneden. Die bundel ga ik dus binnenkort lezen.
Van de etappe acht: Coevorden-Hardenberg die ik 7 september liep hier twee gedichten en enkele foto’s. Ik hoop al doende om mijn manier om ‘het Pieterpad lopen’ vorm te geven te vinden.
EEN GOEDE DIAGNOSE
Ik knielde op een bank van steen een steek ging door mijn been bukkend naar een blikje van welgeteld slechts 15 centen statiegeld
een dik pijnlijke en uitgeslagen knie had ik pas de dag erna ik had veel minder de regie niet leuk, maar ja, maar ja
een slijmbeurs, dacht ik mijn arts wees op een meniscusprobleem maar de fysio met zijn kennersblik zag enkel overbelast een spiersysteem
gelukkig dat er mensen zijn die hun vak nog goed verstaan ik ben na wat rust weer fijn en zonder punt op pad gegaan
IN GRAMSBERGEN DE BRUG OPEN ZIEN GAAN
Zij ging naar Gramsbergen, Pien om de brug open te zien bij de Mommeriete op het terras waar zij welgemoed aanwezig was
de tijdspanne dat zij daar keek tegen de zon in, wat biertjes gedronken midden in een hete pieterpadweek danste een stem in haar oren die klonken
‘Mooi he, zo open, ons pad’ Haar vriend die achter haar zat met zijn vierde halve liter zong vervolgens wankel: ‘ik ook van jou mijn schat!’
(de vrouw op het plaatje, vertoont geen gelijkenis met de creatie in bovenstaand dichterlijk sleutelgat)
Tot het Sleense Joffersbankje loop ik in een stil bos, de vogels laten van zich horen en slechts soms is er ver in de verte is een motor herkenbaar. Ik voel me opgenomen in een oase van rust alsof ik de enige ben hier. Twee vriendinnen ergens achter mij wanen zich ook zo. Ik ontmoet hen later als de buien goed losgebarsten zijn in de koffieschuur ‘Mooi Drenthe.
Ik zit met vriendinnen die ook schuilen voor het weer er is koffie, er zijn koeken hertog Jan staat er als bier
de koffieschuur ‘Mooi Drenthe’ heeft mijn pad vandaag gered een oase in het nat met een heerlijk schoon toilet
refrein: deze sfeer, deze sfeer die dank ik aan het Pieterpad die dank ik aan het weer
de vriendinnen stappen op ik ga nu schrijven aan dit lied want de hemel is nog steeds een groot waterend vergiet
dus blijf ik liever zitten met een schrijfstift en papier nog wat koffie, inspiratie en mijn pen raakt aan de zwier
elke dag is Pieter anders en afhank’lijk van het weer wandel verder, wandel hevig wandel minder, wandel meer
refrein: deze sfeer, deze sfeer die dank ik aan het Pieterpad die dank ik aan het weer
Daarna loop ik verder in de regen langs het water tot aan café Boerhoorn. Schuilplek nummer 2. Dit is geen boeren zelfbedieningskoffieschuur maar een dorps eet- en klaverjascafé. Bij de ingang liggen wel 3 grote vol gepende pieterpadboeken met het wel en wee. Zij komen hier dus wel, de pieterpadlopers.
Tot aan het beschermde vogelgebied, waar ik langsloop was het toch wel eentonig. Een verharde weg door weidelandschap. Ik concentreer me op het lopen, dan schiet ‘t lekker op. Ik ben moe, had een slechte nacht, wil in cadans blijven en graag voor het donker de trein hebben. Ik neem wel nog even rust op een tafelbankje bij het voormalige joodse kerkhof.
Over een brugje richting park van Coevorden, komt mij een jongen met regenkleding en rugzak tegemoet. Ik schat hem 16 en groet. Geen pieterpadloper, denk ik, maar wie dan wel? Een stukje verderop als ik inmiddels een slingerbocht gemaakt heb, en hij een stukje teruggelopen, roept hij: ‘Kunt u mij helpen?’ Ik verhef mijn stem: ‘Waarmee?’ ‘Even een foto maken.’ ‘Okay!’ Ik loop naar hem toe. Blijkt hij in die paar minuten tijd een snoek gevangen te hebben. Hij probeert juist het haakje uit zijn bek te halen. Ik zie behoorlijk wat bloed. ‘Ga je ‘m terugzetten?’ Hij knikt. Op de vraag wat hier nu de lol van is, vangen en terugzetten, krijg ik geen antwoord, maar misschien wil hij ermee op de foto en die aan anderen laten zien. Ik geef ‘m een papieren zakdoekje om het slijm en het bloed van zijn handen te halen en dan maakt hij ook even een foto van mij.
Toen hij de snoek met het net in de stroom hield, het vervolgens langzaam onder de vis wegtrok, zwom die rustig weer het water in. Daar was hij blij mee. ‘Zo’n snoek kan niet lang op het droge’, had hij gezegd, toen ie een paar keer uit zijn handen glipte. Hij moest hem op een bepaalde manier vast pakken. ‘Want dit dier heeft enorm scherpe tanden.’
Hoe zou zo’n snoek zo’n traumatische gebeurtenis verwerken? vraag ik me af. Zal hij met even veel trek in een volgend visje bijten? Blijven zijn instincten gewoon hun werk doen? Of gaat hij misschien kunstvisjes en hun plek onderscheiden van echte visjes en hun plek?
De nieuwe schoenen van Timberland, die ik op de uitverkoop bij Perry Sport heb gekocht, lijken toch meer werkschoenen, waar je ook korte wandelingen mee kunt doen. Dat lees ik nu ook in reviews op het net. Na zo’n 10 tot 12 km, beginnen mijn voeten en benen de steun te zoeken, die deze schoenen niet geven en wordt het lopen zeer vermoeiend. Het is maar slap leer. Voorheen had ik Lowa’s, een stuk duurder, maar nu versleten en te klein geworden. Het is voor mij echter ook een hele tijd geleden, lang afstandwandelen en ik word er natuurlijk ook niet jonger op. Ik heb altijd platvoeten gehad en in meer of mindere mate last van vocht en spataders in de benen.
Toen ik bijna thuis was, heb ik ook nog wat stoms gedaan. Op die ronde stenen zitbanken op Vredenburg in Utrecht heb ik geknield om een statiegeld blikje te pakken. Ik had mijn rugzak om, helde iets over en voelde een steek in mijn knie. Ik heb even mijn reikwijdte geforceerd. Dom, dom, dom. Ik merkte pas thuis, dat er wat aan de hand was.
Lopend merk ik weinig, alleen bij bepaalde bewegingen en als ik een tijdje zit en weer opsta. De knie wordt ook wat dikker. Er is sprake van een pijnlijk drukpunt. En er ontstaat uitslag. Het jeukt, de knie wordt rood. Ik denk aan een slijmbeursonsteking.
Sowieso ben ik geradbraakt. Ik heb met tussenpozen de klok rond geslapen en ook in de namiddag de dag erna slaap ik weer urenlang. Conditie opbouwen vergt tijd, zullen we maar zeggen. Ik geef de Timberland-schoenen misschien nog een kans om goed op mij ingespeeld te raken. Ik hou nu eerst een aantal dagen noodgedwongen rust. Zo’n ontsteking kan in een aantal dagen weer wegtrekken. Ik hoop het maar, want ik heb wel weer zin in de volgende etappe naar Hardenberg.
Voor nu lijkt me telkens een dag wandelen ideaal, gevolgd door minimaal twee rustdagen om bij te komen, te reflecteren (ook over het bestaan) en te werken aan een boek. Dit is mijn manier van contact maken met de wereld om me heen! Ik beloof niemand een rozentuin, maar ervaringen uitwisselen doe ik graag. Zo wil ik wandelen, reizen en schrijven en ook ontmoeten.
Inmiddels hou ik mezelf in de hand, dat sluit een mogelijke God niet uit. Maar leven zal ik zelf moeten doen. Dat neemt God niet van mij over. Wilskracht en luisteren naar mijn lichaam sluiten elkaar ook niet uit. Wilskracht heb ik nodig om mijn lichaam soms de baas te zijn en mijn grenzen te verkennen. Maar luisteren is ook een eigenschap van mijn lichaam en mijn lichaam, dat ben ik zelf. 😉
Het is niet anders, ik weet niet zeker of de ontsteking vanwege een foute beweging op dat rondje op Vredenburg is of dat ie er sowieso aan het aankomen was. Hoe dan ook, ik hoop dat het meevalt. Maar ik heb nu wel weer even meer tijd voor andere dingen en dat is ook prima eigenlijk…
Er liggen bij het kerkje in Rolde mensen te slapen. Fietsen en bepakking staan erbij. Later zie ik ook een paar tentjes langs het Pieterpad met mensen op het pad, die met hun ontbijt en koffie bezig zijn. Het dag ontwaakt en is vandaag te typeren als één grote produktieboswandeling. Deze bossen zijn aangelegd door staatsbosbeheer vanaf de jaren 20 vorige eeuw voor houtwinning. Ik loop met frisse ochtenzon en dauw, aanvankelijk vrij rustig en langzaam, heb momenten van verstilling en pluk zo nu en dan wat bramen.
Later loop ik harder, meer in een soort cadans, trek ik me op aan andere mensen. Geen tijd dan voor bramen of foto’s: ik wil opschieten, maar vraag me ook af waar ik mee bezig ben.
Vlak voor Schoonloo ben ik op een bankje gaan zitten en passeren me twee vrouwen die me wel drie keer gepasseerd zijn. Ik stel voor dat zij even op het bankje gaan zitten voor een foto. Op de leuning staat: Pietersberg 406 km ; Pieterburen 86. Dat lijkt hun wel wat. Zo ontstaat er een leuke foto-sessie en maakt een van hun een paar foto’s van mij. Daar ben ik mee bezig denk ik: spontane ingevingen en momenten volgen. Daar doe ik het voor. Daarnaast wil ik vanuit deze wandelingen een boek laten ontstaan. Zie daar mijn leidraad voor onderweg.
Ik heb vandaag meteen mijn nieuwe Timberland schoenen geprobeerd. Ik ben er niet laaiend enthousiast over, maar ze hebben wel redelijk voldaan. Het zijn tenslotte ook maar goedkope schoenen. Ze waren niet ingelopen en ik heb de hele weg ook voor het eerst met steunkousen gelopen, ik heb geen blaren opgelopen. Mijn voeten voelden wel wat vermoeid aan het eind van de dag. Eigenlijk wil ik lichtere schoenen hebben, bijvoorbeeld sportschoenen, die ook wat steun geven. Ik ben nogal wat aan het hannesen met mijn voeten, ik heb platvoeten en nogal eens last van vocht in benen en voeten, maar ook weer niet altijd. Ik heb een van mijn oude schoenen naar de schoenmaker gebracht om te laten repareren om ook een back-up te hebben. Uiteindelijk zal ik moeten lopen met de voeten en het gestel die ik heb. Morgen ga ik met Fred, een kameraad, weer even naar de Emmaus in Haarzuilen. Ik hoop daar ook een vouwfietsje te vinden en zal er ook uitkijken naar schoenen.
Net zoals gewoon wandelen vind ik niets zo fijn als gewoon schrijven, wat rondhangen, wat doen, wat noteren en concepten laten rijpen.
Bij ontmoetingen onderweg heb ik vaak te maken met het afweren van contact, het gewoon vriendelijk goedendag zeggen en het even met elkaar oplopen en alle tussenvormen die voorkomen.
Van Zuidlaren naar Rolde loop ik o.a. door een voormalig ‘krankzinnigengesticht’ van de ‘Vereniging tot christelijke verzorging van krankzinnigen en zenuwlijders van Nederland’. Er is een ‘poëzie’-route, maar de taal kan mij niet bekoren. Een beeld daarentegen van een naakte vrouw met de woorden erbij:
2001 mijn moeder, 50 jaar Berkenhof Marion Piersma
Dat raakt me echter wel in al zijn eenvoud.
Over het algemeen heb ik lekker fysiek gelopen, al slaat zo nu en dan ook weer de vermoeidheid toe en dan heb ik wel eens last van opvliegers, maar mijn conditie wordt al beter merk ik.
Een 77-jarige man waar ik een tijdje mee oploop, doet elke dag dezelfde wandeling en ontmoet steeds weer nieuwe mensen. Ik zou ook wel een tijdje aan het Pieterpad willen wonen op mooie stukken. Het is een zeer afwisselende mooie wandeling, door prachtig heidegebied, ook al is het duinenzand nabij Gasteren zwaar lopen. Mooie paddenstoelen, Schotse hooglanders, hunnenbedden, esdorpen, mooie etappe.
Vandaag nieuwe wandelschoenen gekocht van het merk Timberland bij Perry Sport afgeprijsd van 159 voor 119 euro. Het was wel maatje 47,5 😉 [normaal heb ik ongeveer 46] , maar ze zaten goed. Ik heb ze maar genomen. De lowa schoenen die ik heb, daar loop ik al ruim 6 jaar op, dag in dag uit, die hebben hun beste tijd gehad.
Van een foto van viaduct ‘Schipborg’ met mooie kleurpotloden-graffiti, ga ik mijn nieuwe banner maken voor onderweg24.nl. [ zie foto’s, het is nog in de conceptfase. Ik schrijf en lees ook veel naast het schrijven van dit blog. Morgen ook weer even een dag met van alles en nog wat, even niet op wandeltocht, het grote voordeel van niet elke dag weer door hoeven ‘jakkeren’.
Gisteren 21 km van Groningen maar Zuidlaren gelopen. De eerste trein genomen 6.19 uur. Warm, (misschien iets te) veel zon, ben wel tevreden over deze dag, heb rustig gelopen en pauzes gehouden, genoten van de dieren, de handjes bramen langs de weg en de korte gesprekjes hier en daar. Wat bramen betreft, niet zo heel ver van de bushalte in Zuid-laren staan emmers jam.
Ik had vandaag helemaal geen zin om te schrijven en dat voelde helemaal goed Het was vooral een ES-dag, ES-huizen, ES-straten, ES-taal: Kom ES ann. [ zie de foto] Ik bevond mij namelijk vooral in een ESdorpenlandschap. Een historisch ESdorp bestaat uit uit een aantal boerderijen, die zijn gegroepeerd rondom een open plek, een brink, waar de boerderijen met hun schuren op uitkwamen. Die plek diende dan als bescherming van het vee ’s nachts. In de open plek stonden grote bomen, vaak eiken en werden ook markten gehouden. Zuidlaren is een plaats met meerdere brinken. ESSEN zijn dan de open akkercomplexen rond het dorp, omringd door houtwallen.
Soms leek het ook wel een minibibliothekenroute, zoveel heb ik er gezien.