Etappe 6 Pieterpad: Schoonloo-Sleen: Wilskracht


Wilskracht

Op de dag dat mijn moeder 99 jaar zou zijn geworden vertrek ik eigenlijk om de hele etappe van Schoonloo naar Sleen te lopen, zo’n 24 kilometer. Ik zie er wel tegenop. Er is veel regen en onweer voorspeld en ik ben geen kwieke twintiger meer.

In de buurt van Schoonoord raak ik in gesprek met twee vrouwen uit Sittard. Ze zijn vroeg vertrokken en hebben hun auto daar neergezet. Ze willen voor de buien binnen zijn. Ze doen een halve etappe vandaag. De eerste druppels beginnen te vallen, zij ontdekken dat hun poncho’s in de auto liggen en versnellen hun pas. Ik blijf achter. ‘Tot ziens,’ zeggen ze.
‘Wie weet,’ roep ik terug in mijn snel opgerakeld Limburgs. Ik overweeg nog even met hun mee te gaan, maar de wil om de hele etappe te volbrengen is sterker.

Vanmorgen heb ik al zoveel mogelijk tempo gelopen. Dat is anderhalf uur goed gegaan.

Plotseling is het alsof ik met mijn rechtervoet in een naald stap. Een enorme pijnstoot. Ik ontlast de voet onmiddellijk, zoek een boomstronk, doe mijn schoenen uit, mijn sokken, sla mijn steunkousen om en houd een half uur pauze. Gelukkig is het nog droog. Daarna gaat het lopen weer. Heeft er misschien een zenuw bekneld gezeten? Er is nergens verder niets te zien of te voelen. Ik besluit het rustiger aan te doen. De enige rustplek met koffie ‘de tweelingen’ ben ik al drie kwartier voorbij. Dit is een bosetappe, je komt weinig bankjes tegen, geen schuilplekken en ook geen horeca meer.

Even later pauzeer ik in een plensbui op een afgeronde punt van een steen, terwijl de knallen soms hevig zijn. Het onweer is dichtbij. Daar zit ik dan, geen weg meer terug, niets, ik moet verder. Het weer maakt me wel wakker. Dat wel. Ik voel me helemaal aanwezig en alert. Uiteindelijk klaart het op. Ik doe mijn poncho uit en beland bij het monument voor de oprichters van het Pieterpad. Op een bankje zit een groepje naar de GP van Zandvoort te luisteren met behoorlijk hard geluid. Wat onwerkelijk, maar ik kan er ook om lachen.
Ik vind het een mooi oprichtersmonument, het past in dit hunnenbeddenlandschap, ook mooi met zo’n groot stuk wei er om heen met enige tafelbankjes. Helaas begint het weer te regenen. Ik ga maar weer verder.

Later ben ik moe op een bankje gaan zitten en kijk ik hoe laat er nog bussen vertrekken uit Sleen richting Emmen-station, blijkt de laatste om 19.15 te gaan. Bus 29. Ik kijk op mijn mobiel. Dat moet haalbaar zijn. Doorstappen is dan wel het devies. Ik loop zoals ik begonnen ben. Het regent dat het giet. Ik let niet goed op de pijltjes en raak van het pad. Uiteindelijk ben ik de weg kwijt. Dan maar verder met google maps, zo rechtstreeks mogelijk. Gelukkig heb ook mijn paraplu bij me voor mijn mobiel, maar ik vergeet de app op start te zetten, waardoor het stipje dat aangeeft waar ik ben onnauwkeurig is. Ik blijf maar rondjes lopen. Ik word steeds zenuwachtiger, want zo schiet het natuurlijk niet op.
Bij een kruispunt komt me gelukkig een meisje op mountainbike tegemoet. Ik ga op haar af. ‘Weet jij de weg naar Sleen?’ Zij drukt in de remmen en slipt bijna weg.
‘Ik kom van Sleen, maar dit mountainbikepad zou ik u niet aanraden. Ik ben niet van hier.’ Ze heeft een mooi en vreemd accent. Ze kijkt even rond.
‘Ik geloof dat u die kant op moet,’ zegt ze wijzend naar een groen met vers gras begroeid pad, ‘ja dat moet u hebben.’ Ik vertrouw en bewonder haar gevoel en bedank haar hartelijk.

En ja hoor op een gegeven moment doemt er een autoweg op. Hoi, de bewoonde wereld! Ik zit goed. Toch laat Google maps mij voor mijn gevoel een hele om lopen, maar okay als ik doorloop is het qua tijd te halen, het is nog een flink uur, geen tijd om nog dingen uit te zoeken. Ik krijg af en toe een krampscheut, maar als ik ontspan kan ik telkens weer verder. De schoenen, die ik heb zijn in ieder geval helemaal waterdicht. Ze passen zich doornat als ze zijn nu misschien eerder aan aan mijn voeten.
Ik ontwaar twee bushaltes aan het begin van de snelweg, eentje rechtstreeks naar Emmen, niet meer over Sleen. Bus 21. Ik ben hier in Noord Sleen! Dat scheelt! Daar had ik me thuis nog even op georiënteerd voor een vrienden-op-de-fiets-adres. Er zijn er daar drie. Nu heb ik hier ineens de bus van zeven over zes, dankzij die omweg van google-maps. Zo zie je maar weer. Hij rijdt ook nog eens tot ergens laat in de avond. Mijn gezicht klaart helemaal op. Ik heb het gehaald!

Wat mijn moeder betreft ik heb vaker aan haar gedacht vandaag en lopend af en toe wat de lucht in geroepen. Door het dwangmatig korset dat ze aanhad kon ik haar niet liefhebben. Er was een muur tussen ons. Zij met haar etiquette, normen en gedragsregels en ik die iets anders verlangde. Ik dacht vaak dat ik door twee vaders opgevoed was, mijn vader en mijn vader door mijn moeder. Zelden of nooit nam zij het tegen hem op, voor ons of voor zichzelf. Uiteindelijk nestelde zij zich telkens weer in zijn mening.

Gelukkig, ik kijk er inmiddels doorheen. Jammer dat het zo gelopen is, dat zij niet in eigen kracht heeft kunnen staan. Dat wij niet het contact hadden dat ik verlangde. [Waarschijnlijk had zij dat ook liever anders gezien]
Gelukkig, ik zie haar nu als persoon en lig niet meer met haar in de clinch.

Lopen loutert. Zo is ook de titel van een boek dat ik niet gelezen heb, maar voor mij werkt het zo.

Labyrint lopend

Thijs Hanrath, tijdens een optreden in Huizen 25-09-2021, waar hij o.a. het gedicht Labyrint lopend voordroeg.
Foto: Folkert Buiter


25 September een leuk open podium gehad in de bibliotheek in Huizen en gezellig na gekletst. Ik heb er o.a. onderstaand gedicht voorgedragen. Het gaat over labyrint-lopen. Een labyrint staat kort gezegd voor je levensweg. Je kunt er niet in verdwalen, je loop in tegenstelling tot een doolhof gewoon van de buitenkant naar binnen en weer terug. Je kunt een vraag stellen als je begint en dan geconcentreerd naar het midden bewegen. Je krijgt op een gegeven moment een antwoord, soms moet je daar even op wachten in het midden en daar loop je dan weer mee terug. Zo’n labyrint lopen is een meditatieve manier om antwoord te krijgen op levensvragen of bijvoorbeeld een gedicht te maken. Het werkt meestal wat beter, dan voor je lege scherm op gang te komen. Ik had een kladversie liggen van dit gedicht als pantoum, maar dit optreden zorgde voor deze versie ervan.


labyrint lopend

halverwege het kunstlabyrint aan de Waal
trekt een groot containervrachtschip voorbij
ik zie allerlei zaken van mij
ik zwaai ze uit ze zijn verkocht
ik ben er niet meer aan verknocht

halverwege het kunstlabyrint aan de Waal
zeg ik vaarwel tegen zinloze gedachten
staat mij eindelijk wat nieuws te wachten
terwijl ik me zeer bewust beweeg
ben ik helemaal open bijna leeg

halverwege het kunstlabyrint aan de Waal
zegt een stem mij hou steeds vertrouwen
en blijf zo levend teksten bouwen
uiteindelijk kom je bij wie je bent
die je eigenlijk al heel lang kent

in het kunstlabyrint aan de Waal
kom ik uiteindelijk mezelf tegen
ben ik mijn hemelpaard afgestegen
sta ik met beide benen op vaste grond
praat ik eindelijk uit eigen mond

De tao van Thijs


Mijn boek, de tao van Thijs, is (tijdelijke) vastlegging in woorden van wat ik heb willen uitdrukken. Had ik het niet geschreven, dan was het voorbijgegaan, weggezakt, gemengd met van alles en nog wat. Het boek is onderdeel van mijn (levens)weg. Mijn weg wijst zich vanzelf als ik loop nu. Ik verenig mij met dat wat uitgedrukt wil worden. Ik ga nergens heen, tot ik aangekomen ben, open van geest en ontvankelijk. Dat is ook wat ik uit wil dragen, het leven nemen zoals het komt. Carpe diem. Beschikbaar zijn.

Beschikbaar met alles dat in me zit. Dat ook . In overeenstemming met wat er aan de hand is. Uiteindelijk is het geen verhaal

besluit

Ik heb een besluit genomen. Ik ga n.a.v. deze tekst uit een van mijn boekjes, een nieuw boek schrijven:

lopend sta ik stil
bij wat ik wil
ik kies geen weg
de weg kiest mij
ik leg me neer
bij het getij

Dit op de organische manier. Ik ga dat wat deze tekst wil uitdrukken steeds als uitgangspunt nemen bij de teksten die ik ga schrijven. Het zal een soort ‘levensgids’ worden. Met gedichten, verhaaltjes en liedjes. Het zal vrijheid ademen, maar ook datgene waar we niet over kunnen beslissen zal aanwezig zijn ;-). Ik kijk wel hoeveel bladzijden het gaat worden. Ik plan als datum 31 januari. Dan moet wat mij betreft het manuscript klaar zijn. Daarna zal ik ook wel weer langzamerhand moeten gaan werken. Dan zie ik wel weer wat allemaal gebeurt. Dan ga ik vanaf deze week weer wat interrailen, maar vooral dus op plekken zitten waar ik ook kan schrijven.

Weet iemand misschien plekken rond de 25 euro (eigen kamer, een persoon) of iets in goede hostels maar dan goedkoper ergens in Europa, niet te koud en regenachtig, waar ook andere mensen komen. En dan bedoel ik niet plekken met cursussen en coachen erbij.